Verdoving

We doen ons uiterste best om uw tandartsbezoek zo prettig mogelijk te laten verlopen. Voor bepaalde behandelingen stellen we anesthesie (plaatselijke verdoving) voor. Vooraf leggen we uit waarom we dit nodig vinden. U bepaalt zelf of u een verdoving wilt. Bij patiënten jonger dan 16 jaar is toestemming van een ouder nodig. Hebt u na deze uitleg nog vragen? Stel ze gerust aan uw tandarts of behandelaar.

Hoe het werkt
Het verdovingsmiddel wordt in de buurt van een zenuw gespoten. Hier voelt u nauwelijks iets van. Doordat de werking van deze zenuw tijdelijk geblokkeerd wordt, voelt u geen pijn of prikkelingen. Zo kunt u de behandeling ontspannen ervaren. Dit is ook goed voor de behandelaar: die kan zich maximaal concentreren op de uit te voeren handelingen en nauwkeurig werken. Bij plaatselijke verdoving kunnen uw tong en lippen vreemd en tintelig aanvoelen. Ook kost spreken, lachen, slikken, spugen en spoelen wat moeite. Dit verdwijnt als de verdoving is uitgewerkt. Meestal is dat na één tot enkele uren. Het lichaam breekt de gebruikte verdovingsmiddelen weer af.

Uw gezondheid
Het is belangrijk dat we goed op de hoogte zijn van uw gezondheidstoestand. Daarom vragen we u bij uw eerste bezoek een ingevulde gezondheidsverklaring in te leveren en ons op de hoogte te houden van veranderingen. Bent u zwanger of onder behandeling van een arts, slikt u medicijnen of hebt u een hart- of vaatziekte? Heeft u een gewrichtsprothese? Meld dit altijd aan uw tandarts. Die zal waar nodig de verdoving aanpassen.

Bijwerkingen?

Bijwerkingen komen zelden voor. Soms (bij 1 op 100 tot 1 op 1.000 patiënten), is sprake van:

  • Een pijnscheut of onaangenaam gevoel bij aanraking van de zenuw
  • Enkele dagen pijn op de plek van injectie
  • Een bloeduitstorting, zichtbare verkleuring bij de plek van injectie of beperking mondopening
  • Een (voorbijgaand) benauwd gevoel bij de luchtpijp/slokdarm
  • Een verdoofd gevoel in het aangrenzend gebied (neus, oog, oor etc.)
  • Bleek- of roodheid van delen van de huid
  • Onopzettelijk bijten op de wang, tong of lip tijdens de werking van de verdoving

Als u merkt dat een van de onderstaande, zeer zelden (bij minder dan één op 10.000 patiënten) voorkomende bijwerkingen optreedt, raadpleeg en informeer dan uw tandarts:

  • Infectie van de injectieplek
  • Tijdelijke zwelling van het onderste ooglid of van beide oogleden, storing van het gezichtsvermogen
  • Bewusteloosheid of flauwvallen
  • Allergische reacties op bestanddelen van het verdovingsmiddel
  • Ademhalings-, hart- of zenuwstelselproblemen
  • Beschadiging gezichtszenuw